Handleiding

Introductie

Stap 1 - Site Setup

Stap 2 - Installatie

Stap 3 - Inbedrijfstelling

Stap 4 - Testen

De DigiAir Pro 3 aanpassen

Paneelintegraties

Probleemoplossing

Fire Gids

Technische specificaties

Technische specificaties

.

AfmetingenRadio: 75 mm (h) x 115mm (b) x 16mm (d)
LAN: 75mm (h) x 115mm (b) x 23mm (d)
Gewicht106g exclusief antenne
Temperatuur-10 °C tot + 55 °C
Vochtigheid0 – 90% niet-condenserend
MontageVia bevestigingspunten onder de hoofdkap
GarantieKijkt u alstublieft naar onze voorwaarden.
Vermogensbehoefte10 – 36 Volt.

Om te blijven voldoen aan de vereisten voor elektrische veiligheid, moet de Dualcom Pro altijd worden gevoed via een gezekerde voeding met de volgende stroomsterkte:

– Voor een 12 V gelijkstroomsysteem (voedingsspanning in het bereik van 10 tot 14 V gelijkstroom) een zekering van 1,25 volt.

– Voor een systeem van 24 V gelijkstroom (voedingsspanning in het bereik van 20 V gelijkstroom tot 36 V gelijkstroom) een zekering met een nominale stroomsterkte van 600 mA.

Als de stroombron niet beperkt is tot deze waarden, dan moet er een zekering met de juiste waarde in lijn met de positieve aansluiting van de stroombron worden aangebracht.

De SPT schakelt uit bij detectie van een lage voedingsspanning van 7,6 Volt DC +/- 0,5 Volt DC

StroomverbruikDigiAir Pro 3 4G aangesloten op het beveiligingspaneel: 66 mA (gemiddelde waarde)

DigiAir Pro 3 4G aangesloten op brandmeldcentrale: 55 mA (gemiddelde waarde)

DigiAir Pro 3 LAN aangesloten op beveiligingspaneel: 78 mA (gemiddelde waarde)

DigiAir Pro 3 LAN aangesloten op brandmeldcentrale: 62 mA (gemiddelde waarde)

Radio-pad2G, 3G, 4G
UitgangswaardenMaximale toegepaste spanning = 60V

Maximale stroom = 150mA

Aeriaal50 ohm (nominaal) op MMCX-aansluiting
WerkwijzeOpslaan en doorsturen
CIE-interconnectiesInvoer triggering (gestandaardiseerd parallel), RS232, RS485, TTL
RCT-protocollenSurgard MLR2
ingangenMax +30 Volt, Min 0 Volt DC (referentietoevoer 0V) met een + of – 40% verandering gedurende > 200ms.
Onbruikbare onderdelenEr zijn geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden gerepareerd
Toepasselijke normenGeschikt voor gebruik in alarmsystemen die voldoen aan:

  • EN50131-1:2006+A1:2009+A2:2017+A3:2020
  • EN50136-1:2012+A1:2018
  • PD6662:2017
  • PD6669:2017

Emissienorm – Richtlijn radioapparatuur 2014/53/EU (RED) EN 50130-5 Milieuklasse II

ATS-classificatie EN 50136-2:2013 SP2, SP3, SP4

ATS-configuratie EN 50131-10:2014 Type Y

ATS-classificatie EN 50136-1-1:1998

  • Golf D3, M3, T4, S2, I3, A4 (ATS5)
  • LAN D3, M3, T5, S2, I3, A4 (ATS5)

DIGIAIR PRO 3

 

PADBESCHIKBARE GRADENWat zit er in de doosPRODUCTCODE
4GSP2DigiAir Pro 3, seriële kabel & kleine antenneCS.51.R2
LANSP2, SP4DigiAir Pro 3, seriële kabel & kleine antenneCS.51.L2, CS.51.L4

 

CE
24
CS.51.HWR.03 / CS.51.HWL.03
CSL DualCom Ltd.
Building 4, Croxley Park, Hatters Lane, Watford, WD18 8YF
KIWA 0063-CPR-242190032/00

EN 54-21:2006

Branddetectie- en brandalarmsystemen / Alarmtransmissie- en storingswaarschuwingsuitrusting

EN 50131-10:2014
EN 50136-1:2012/A1:2018
EN 50136-2:2013
PD6662:2017 / PD6669:2017

Type transmissiesysteem: Brand
Veiligheid – Type 1
Beveiliging – SP2, SP3, SP4, SP5
Beveiligingsgraad: 1- 4 afhankelijk van de
I&HAS-behuizing waarin het geïnstalleerd is.
Milieuklasse: II
Certificatie-instelling: Kiwa Nederland B.V.

www.csl-group.com/nl

Veelgestelde vragen

Wat is de standaard pinopstelling van de DigiAir Pro 3?

Hoe weet ik of mijn apparaat in werking is getreden?

Wat is de standaardinstelling van de DigiAir Pro 3 storingsuitgang?

How can I carry out a path test?

Is it possible to invert the polarity of just one pin?

Why am I not receiving SIA signals from my panel?

Why are pin alarms not coming through on the alarm log?

How do I add a panel to my DigiAir Pro 3?

How do I carry out the pins self- learn feature on the DigiAir Pro 3?

Can I use the onboard serial connection as well as pin triggering at the same time with the DigiAir Pro 3?

Wat is de My Base App?

Wat is de My Base App?

De My Base App is een zelfbedieningsplatform voor het beheer van de nieuwste generatie CSL-apparaten. Voor DualCom Pro, Pro 2 & Pro 3 apparaten. U kunt uw signaalsterkte controleren, up/downgrades aanvragen, testalarmen verzenden, beschikbaarheidsgrafieken bekijken, paneelprofielen bewerken, firmware upgraden en alarmlogboeken bekijken.

Mijn signaalsterkte is minder dan 30% (3/10) of mijn LED is oranje/rood. Wat kan ik doen om dit te verbeteren?

Voor alle 4G varianten:

  • Vermijd het oprollen van de antennekabel
  • Plaats de antenne uit de buurt van elektrische apparatuur/bedrading
  • Verplaats de antenne naar een hoger punt in het huis of dichter bij een raam/deur

Heeft mijn toestel een roaming SIM?

Alle DigiAir Pro 3 Radio-only toestellen worden geleverd met 2 roaming 4G SIM’s.

Hoe kan ik de signaalsterkte van mijn 4G-apparaat controleren?

U kunt de signaalsterkte van het draadloze pad op een in gebruik genomen apparaat controleren via de My Base App. Als alternatief kunt u in de rust/normale status op A-knop drukken om naar het connectiviteitsmenu te gaan. Daar laat LED 1 u de sterkte van het verzenden zien. Wij adviseren een continu groene LED (40% of 4/10).

Hoe kan ik mijn transmissie paden laten falen zonder ze te hoeven loskoppelen?

Houd B ingedrukt om het primaire pad te laten falen of C om het secundaire pad te laten falen. Het pad zal 15 minuten lang niet werken, tenzij u nogmaals op B of C tikt om het pad te herstellen.

Mijn inloggegevens werken niet op My Base, wat moet ik doen?

Als u uw wachtwoord opnieuw instelt, wordt het multifactorauthenticatieproces opnieuw gestart en worden de meeste problemen met inloggen opgelost. Als u geen e-mail of sms met uw eenmalige toegangscode ontvangt, moet u CSL Technische Ondersteuning bellen om uw contactgegevens bij te werken, bel +31 (0) 88 474 7777.

Welke Authenticator apps werken met My Base?

Hier is een lijst van veelgebruikte, door CSL goedgekeurde authenticators:

  • Google Authenticator
  • Microsoft Authenticator
  • LastPass Authenticator
  • 2FA Authenticator (2FAS)
  • Aegis Authenticator
  • Authy
  • Due Mobile
  • IBM Security Verify
  • Free OTP

Hoe stel ik Multi-Factor Authenticatie in op de My Base app?

Voor de veiligheid is multi-factor authenticatie (MFA) nu verplicht om de My Base App te gebruiken. MFA verhoogt de veiligheid op ons platform drastisch en vereist dat gebruikers zich authenticeren via hun gebruikersnaam/wachtwoord en met een in de tijd beperkte code (elke code verloopt na 60 seconden). Deze code wordt verkregen via een Authenticator App, e-mail of sms. Een nieuwe authenticatie is elke 30 dagen vereist als de gebruiker uitlogt of als wij CSL Live bijwerken.

Hoe werkt het?

  1. Log in op My Base zoals gewoonlijk met uw gebruikersnaam en wachtwoord.
  2. Ontvang een code via een Authenticator App, e-mail of SMS.
  3. Voer de code in My Base in.
  4. U bent nu veilig ingelogd.

Als u problemen ondervindt met de bovenstaande stappen, kunt u door uw wachtwoord te resetten het verificatieproces opnieuw starten. Als het probleem zich blijft voordoen en u ondersteuning nodig hebt, bel dan CSL Technische Ondersteuning op +31 (0) 88 474 7777.

Hoe krijg ik toegang tot de My Base App?

Zodra u My Base in uw App Store hebt geïnstalleerd, vult u het registratieformulier op deze pagina in.

I.v.m. veiligheidsredenen nemen wij contact met u op om uw aanvraag te autoriseren en de juiste machtigingsniveaus voor uw My Base account in te stellen. Na goedkeuring sturen wij u uw inloggegevens.

Ondersteuning nodig? Bel onze ondersteuning via +31 (0) 88 474 7744.

Handig informatie

Handleiding voor antenne montage

WANNEER U EEN UPGRADE OF VERVANGING VAN EEN BESTAANDE INSTALLATIE UITVOERT, ZORG ER DAN VOOR DAT U ALTIJD DE ANTENNE GEBRUIKT DIE BIJ HET NIEUWE APPARAAT WORDT GELEVERD.

ZO BENT U VERZEKERD VAN HET BESTE MOBIELE SIGNAAL VOOR UW INSTALLATIE. SOMMIGE OUDERE ANTENNES BIEDEN GEEN TOEGANG TOT 4G EN KUNNEN BIJ GEBRUIK LEIDEN TOT PROBLEMEN MET HET VERZENDEN EN STORINGEN.

Wij raden u aan de volgende stappen uit te voeren om ervoor te zorgen dat uw DualCom Pro het best mogelijke signaal ontvangt.

  • Stap 1 – Gebruik een Signal Analyser om de optimale locatie voor de antenne(s) te bepalen en volg het advies op uit het hoofdstuk Signal Analyser hieronder.
  • Stap 2 – Als u geen Signal Analyser heeft, zet dan de DualCom Pro aan, sluit de antenne(s) aan, doorloop het inbedrijfstellingsproces en controleer de signaalsterkte voordat u de antenne permanent monteert. Wij raden een signaalsterkte op de DualCom Pro aan van minstens 3 (30%)
  • of hoger.

STAP 3 & 4 ZIJN ALLEEN VOOR ALS U EEN DUAL 4G ANTENNE MONTEERT.

GA NAAR STAP 5 ALS U EEN ENKELE 4G ANTENNE MONTEERT.

  • Stap 3 – Als u een dual radio product gebruikt, zorg er dan voor dat beide antennes minstens 2 meter uit elkaar staan.
  • Stap 4 – Als u een product met twee antennes gebruikt, plaats de antennes dan verticaal.
  • Stap 5 – Houd de antennekabels van uw apparaten uit de buurt van hoogspanningskabels of andere antennekabels.
  • Stap 6 – Houd uw antenne(s) in een open ruimte en op 1 meter afstand van grote metalen voorwerpen of storingsbronnen (bijv. bedrading, verlichting, elektrische installaties, computers, alarmpanelen, zekeringsborden, routers, enz.
  • Stap 7 – Rol overtollige antennekabel niet strak op. Probeer zo mogelijk grote lussen te maken.

Zie hieronder voorbeelden van goede en slechte enkele en dubbele antenneopstellingen.

Afbeelding 1 – Enkele antenne-installaties goed & slecht

Schematic

Schematic

Schematic

Afbeelding 2 – Dubbele antenne-installaties, correct en incorrect

Schematic

Schematic

CSL SIGNAL ANALYZER – CS238

Met behulp van een CSL Signal Analyser moet u ervoor zorgen dat er voldoende zendmasten (2 of meer) beschikbaar zijn op de locatie en dat deze voldoende signaalsterkte (30% en meer) kunnen leveren. Dit apparaat helpt bij het bepalen van de optimale locatie voor de DualCom antennes.

CSL Remote Manager

Meer informatie over de CSL Remote Manager is hier beschikbaar.

LED handleiding voor kleurstatus

Problemen oplossen

De LED’s interpreteren

De LED’s geven beknopte informatie over de toestand van het apparaat. Ga voor meer informatie naar My Base.

 

LEDLED uit
LEDRood knipperend
LEDRood
LEDOranje knipperend
LEDOranje
LEDGroen knipperend
LEDGroen

Afbeelding 10 – LED toets

Als de DigiAir Pro 3 voor de eerste keer wordt ingeschakeld, wordt het inbedrijfstellingsproces doorlopen. U moet wachten tot LED 1, 2 & 3 groen worden voordat het apparaat opnieuw opstart.

LED 1LED 2LED 3
 

LED

Geen voeding

 

LED

Geen comms

 

LED

Geen comms

 

LED

Opstarten

 

LED

1 pad comms (dual-path systemen)

 

LED

Communicatiepad gevonden

 

LED

Stroom aan

LED

Inbedrijfstellingsserver gevonden. Contact opnemen met alarmserver

 

LED

Volledig in bedrijf

Afbeelding 11 – Inbedrijfstellings-LED’s

Na inbedrijfstelling keert het apparaat terug naar de rust/normale status. LED 3 zou zichtbaar moeten zijn en LED’s 1 & 2 zullen uit zijn. LED 3 laat u zien of het apparaat fouten heeft of gegevens verzendt.

LED 3
 

LED

Rood: Interne fout (geen opdracht of configuratiefout) – neem contact op met Tech Support

LED

Knippert oranje: Communicatiefout – druk op A-knop voor meer informatie

LED

Groen: Het apparaat werkt naar behoren

LED

Knippert groen: Het apparaat werkt normaal en zendt of ontvangt gegevens.

Afbeelding 12 – Rust/normale status LED’s

Vanuit de rust/normale status drukt u op A-knop. Alleen LED 1 wordt weergegeven.

LED 1
 

LED

Geen signaal / SIM niet gereed of LAN niet aangesloten

 

LED

Registreren / Signaal is onaanvaardbaar / LAN aangesloten maar kan geen gegevens verzenden

 

LED

Het verzenden is acceptabel (3/10) maar kan worden verbeterd

 

LED

Signaal 4/10 (of hoger) of LAN aangesloten

Afbeelding 13 – Connectiviteitsgedeelte

Er zijn 2 extra LED’s weergegeven als PNL en ETH.

LEDOMSCHRIJVINGLED OMSCHRIJVING
PNLSeriële verbinding naar het paneel 

LED LED LED

Geeft aan of een van de seriële verbindingen naar een paneel in gebruik is. Als de LED groen knippert, worden er gegevens overgedragen. Deze LED brandt niet als er geen seriële integratie met het paneel is.

ETHLAN-verbinding met het netwerk van de klantLED LED LED

Geeft aan of er een LAN-verbinding is met de router van de klant. Als de LED groen knippert, worden er gegevens gedetecteerd op de lokale link. Deze LED brandt niet als er geen fysieke LAN-verbinding is.

Afbeelding 14 – Extra LED’s

PROBLEMEN MET ALLEEN 4G OPLOSSEN

Q.Hoe kan ik mijn transmissie paden onderbreken zonder ze los te koppelen?

A. Om elk pad uit te schakelen, drukt u vanuit de rust/normale status op knop A. Houd B 5 seconden ingedrukt om het primaire pad uit te schakelen.Het pad zal 15 minuten lang niet werken tenzij u nogmaals op B drukt om het pad te herstellen.

Q. Hoe kan ik de signaalsterkte van elke 4G module controleren?

A. U kunt de signaalsterkte van de radiomodule controleren op een apparaat in gebruik via de My Base App. Als alternatief kunt u in de rust/normale status op A-knop drukken om naar het connectiviteitsmenu te gaan. Daar laat LED 1 (eerste pad) u de signaalsterkte zien. Wij raden een continu groene LED aan (40% of 4/10 en hoger).

Q. Heeft mijn toestel een roaming SIM?

A. Ja, alle DigiAir Pro 3 Radio toestellen worden geleverd met 2 4G Roaming SIMs.

Q. Mijn signaalsterkte is 30% (3/10) of minder of mijn LED is oranje/rood. Wat kan ik doen om dit te verbeteren?

A. U kunt dit verbeteren door:

  • De antennekabel niet op te rollen
  • De antenne uit de buurt van elektrische apparatuur/bedrading te plaatsen
  • De antenne op een hoger punt in het huis te plaatsen of dichter bij een raam/deur.

ALLEEN LAN PROBLEEMOPLOSSING

Q. Waarom werkt mijn LAN-pad niet als mijn ETH LED groen knippert?

A. Dit betekent dat het apparaat ziet dat het verbonden is met de router van de klant, maar dat er een netwerkconfiguratiefout is. Dit type fout kan te wijten zijn aan het volgende:

– De netwerkbeheerder heeft de firewallregels niet aangepast zoals vereist. De vereiste informatie vindt u in het “Customer IT Survey Form” in de sectie CSL Live.

– Als het apparaat statische IP-adressen nodig heeft en deze zijn niet toegevoegd in het gedeelte “LAN-configuratie bewerken” van My Base. Standaard worden de siterecords ingesteld met DHCP.

Q. Waarom knippert mijn ETH LED niet als ik de ethernetkabel op het apparaat heb aangesloten?

A. Dit betekent dat het apparaat geen fysieke verbinding ziet. Wij raden u aan om de RJ45 ethernetkabel te testen en ook om te controleren of de poort waar de kabel in gestoken is onder spanning staat en niet uitgeschakeld/opgeschort is.

Q. Heeft mijn apparaat statische IP-adressen nodig?

A. Nee, het werkt ook met DHCP.

Q. Ondersteunt de DigiAir Pro 3 enige vorm van onderhandelingssnelheid?

A. Nee, de DigiAir Pro 3 ondersteunt alleen onderhandelingssnelheden tot 100Mbps.

Uitgangsbedieningen

ACHTERGROND

Met de lancering van DigiAir Pro 3 kunnen installateurs nu de twee uitgangen op hun apparaat bedienen via My Base. Hierdoor kan de installateur de uitgang voor lijnfouten configureren volgens zijn specifieke vereisten en heeft hij volledige controle over de handmatige activering van uitgang 2.

Uitgangsbedieningen verschijnen alleen op My Base voor DigiAir Pro 3 apparaten en eventuele toekomstige varianten. Bij de originele DualCom Pro kunnen installateurs alleen de lijnfoutuitgang omkeren.

uitgangen

Uitgang 1 is voor het melden van lijnstoringen aan het alarmpaneel. Deze kan in de volgende gevallen worden geactiveerd:

Uitgang 2 wordt gebruikt om handmatig een uitgang te bedienen. Dit kan worden gebruikt voor het bedienen van elektronische apparatuur, zoals het op afstand openen van poorten/garagedeuren, het resetten van routers, het in- en uitschakelen van verlichting, enz.) Beide uitgangen 2 kunnen op het volgende worden ingesteld:

UITGANG LABELLEN

Elke uitgang kan afzonderlijk gelabeld worden, zodat installateurs niet hoeven te onthouden welke uitgang elke functie bedient.

Om de uitvoernaam te bewerken, klikt u op het pictogram Bewerken Icon. Om de tekst te wijzigen, moet u de bestaande tekst overtypen en op
Icon. U kunt het hernoemen afsluiten door opIcon te klikken. Voorbeeld van het hernoemen van uitgangen:
Screenshot

HANDMATIGE TRIGGERING (LATCHING) Zodra de uitgangsbedieningen binnen My Base geselecteerd zijn, wordt de status van elke uitgang bijgewerkt en aan de gebruiker getoond. Om de uitgang te triggeren, zorgt u ervoor dat de betreffende uitgang (2) op ‘handmatig’ staat ingesteld en klikt u op de N.O/N.C-knop. Als u op de knop klikt, wordt de uitgang omgekeerd ten opzichte van de huidige status en blijft dit zo totdat er opnieuw op de knop wordt geklikt (dit heet vergrendelen). Het is niet mogelijk om de uitgang voor een bepaalde periode te pulseren. Dit houdt in dat de uitgang gedurende een bepaalde periode (bijv. 1 seconde) wordt omgekeerd en na afloop van de timer weer terugkeert naar de oorspronkelijke toestand.Voorbeeld van een uitgangsbedieningsscherm:

ScreenshotAls de status niet kan worden verkregen, wordt deze op het scherm weergegeven.Dit komt waarschijnlijk doordat het apparaat momenteel niet online is, of doordat de gebruiker de N.O/N.C-knop meerdere keren snel achter elkaar heeft ingedrukt:
Screenshot

Pad defect – beide padenDe lijnstoring wordt gemeld zodra zowel de primaire als de secundaire interface down zijn gedurende de opgegeven toegestane periode. Dit is de standaard voor alle dual-path systemen.
Padfout – één van beide padenDe lijnstoring wordt gemeld zodra een van de primaire of secundaire interfaces buiten gebruik is gedurende de opgegeven toegestane periode. Het maakt niet uit welke interface down is.
Padfout – primair padDe lijnstoring wordt gemeld zodra de primaire interface down is gedurende de opgegeven toegestane periode. De status van de secundaire interface wordt in deze modus niet gerapporteerd. Dit is de standaard voor alle systemen met één pad.
Statusmodus interfaceNiet gebruiken – dit is voor toekomstig gebruik
GeenUitgang 1 is uitgeschakeld
HandmatigAls u op de N.O of N.C knop klikt, verandert de uitgang van status.
GeenUitgang 2 is uitgeschakeld.

New Standards

Alles wat u moet weten

De normen en terminologie voor alarmtransmissie zijn aanzienlijk gewijzigd. Klassen 2, 3 en 4 hebben nu Single Path (SP) en/of Dual Path (DP) equivalenten. De tijden voor het melden van catastrofale storingen zijn ook veranderd. De DualCom Pro 2 Range werkt volgens deze normen en overtreft ze in sommige gevallen zelfs.

Dit is hoe de oude en nieuwe standaarden van toepassing zijn op de huidige CSL producten:

Vóór 1 juni 2019 – Oude ATS-norm (EN50136-1:1998)

ATS graadCatastrofisch falen melden
Klasse 225 uur
Graad 360 min
Graad 46 min

Vanaf 1 juni 2019 – Enkelpad (SP) of Dubbelpad (DP) Gelijkwaardig (EN50136-1:2018/PD6669:2017/PD6662:2017)

Onze alarmtransmissie bereikAls u een van deze veranderingen wilt bespreken of de mogelijkheid wilt onderzoeken om te upgraden naar de nieuwe DualCom Pro 2 Range, neem dan vandaag nog contact met ons op.

Enkele rijweg (SP)Dubbelpad (DP)Catastrofemelding
SP2DP125 uur
DP231 min
DP2+11 min
DP34 min
DP43 min
ProductPadenEN SP & DP-klassenCatastroferapportage
MiniAir 2Alleen 4GSP212 uur
DigiAir Pro 3Alleen 4GAlleen LANSP225 uur
DigiAir Pro 3 FireAlleen 4GSP331 min
GradeShift Pro 2Radio + 4G
LAN + 4G
DP231 min
GradeShift Pro 2 FireRadio + 4GDP231 min
GradeShift Pro 2Radio + 4G
LAN + 4G
DP2+11 min
GradeShift Pro 2Radio + 4G
LAN + 4G
DP34 min
GradeShift Pro 2LAN + 4GDP43 min

Stroomvoorzieningen

Als u een voedingseenheid (PSU) nodig hebt voor uw MiniAir-installatie, bieden onze partners Elmdene een geschikte oplossing.

Bezoek hun website voor meer informatie over de Li-Power PSU.

CSL Live & de My Base App

Ga naar de ondersteuningspagina’s voor meer informatie over CSL Live en de My Base App.