DualCom Pro Fire

Brandmeldsignalisatiesystemen moeten voldoen aan strikte veiligheids- en compliance-eisen. Onze apparaten bieden veerkrachtige, bewaakte connectiviteit om brandmeldinstallaties actief en conform de regelgeving te houden, zelfs tijdens netwerkstoringen.

DualCom Pro is gecertificeerd als een EN54-21-conform component.

Landspecifieke richtlijnen voor brandinstallaties moeten eveneens worden gevolgd. Bijvoorbeeld:

• BS5839-1:2025 in het Verenigd Koninkrijk
• SBF 110:8 in Zweden

CSL biedt 4 opties voor integratie met brandmeldpanelen:

• Inputpins & Outputrelays
• Fabrikantprotocollen
• Printerinterface-communicatie
• ESPA 4.4.4

In de meeste landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Nederland, België en Zweden, moeten Pins & Outputrelays worden gebruikt om aan de lokale regelgeving te voldoen. Fabrikantprotocollen en Printerinterface-communicatie kunnen worden gebruikt om aanvullende informatie te verstrekken aan de PAC, installateur en hulpdiensten.

De Quick Guide (EN) biedt instructies over hoe u een DualCom Pro configureert en aansluit om te voldoen aan EN54-21.

Deze oplossing werkt met alle bekende brandmeldpanelen die voldoen aan EN54-21. CSL heeft dit gevalideerd met veel van de belangrijkste paneelreeksen van fabrikanten, waaronder, maar niet uitsluitend:

• Advanced
• Bosch
• C-Tec
• Carrier
• Honeywell
• Inim
• Johnson Controls
• Kentec
• Labor Strauss
• Protec
• Siemens
• Vanderbilt

In sommige landen rukken de hulpdiensten niet uit bij een melding van een brandalarm, tenzij er ook een bevestigd brandalarm wordt ontvangen.

Wanneer drie of meer afzonderlijke meldingsevents vereist zijn, biedt CSL een pin-profiel aan: “PinLearn EOL Pins 1-12”.

Let op: alleen pinnen 1 en 2 worden bewaakt op sabotage en kortsluiting in DualCom Pro 2 en DigiAir Pro 3. Indien andere pinnen bewaakt moeten worden, neem dan contact op met Tech Support.

Andere landen hanteren mogelijk het beleid om alleen te reageren op specifieke brandalarmen, zoals een hittesensor of sprinkler.

In deze gevallen kan dit worden gerealiseerd door een paneel te installeren waarbij CSL DualCom Pro ondersteuning biedt voor Fabrikantprotocollen of Printerinterface-communicatie om aanvullende informatie aan de PAC te leveren.

Bij implementaties van seriële protocollen voor brandmeldpanelen stuurt het paneel alarm- en herstelmeldingen naar de DualCom Pro, die vervolgens verantwoordelijk is voor het doorsturen hiervan naar de PAC (Particuliere Alarmcentrale).

De DualCom Pro genereert daarnaast meldingen als de communicatie via één of beide communicatiepaden wordt onderbroken, of als de verbinding met het brandmeldpaneel wordt verloren.

Deze meldingen kunnen de PAC veel gedetailleerdere informatie geven dan bij gebruik van pinnen, zoals de aard van de storing, de locatie en welke sensor de melding heeft veroorzaakt, samen met andere relevante informatie.

Op een locatie waar alleen ‘pinnen’ worden gebruikt, ontvangt de PAC bijvoorbeeld:

• [NUA8001|AChannel 1 Alarm]
• [NUR8001|AChannel 1 Restore]

En op een locatie waar gebruik wordt gemaakt van het fabrikantprotocol:

• [Nti11:13:02/da03-31-25/ri001^Fire Zone 01 ^/FT0007|ACall Point ID:002895]
• [Nti11:13:52/da03-31-25/ri001^Ground Floor End ^/FT0003|ACall Point Ground Floor Lobby ID:002931]
• [Nti12:36:15/da03-31-25/FH|ABrandalarm Reset]

De fabrikantprotocollen die momenteel door DualCom Pro worden ondersteund, zijn onder andere (EN):

• Honeywell Gent
• Inim Previdia (met gebruik van CSL’s protocol)
• Kentec
• Carrier EMS Smartcell
• Advanced BMS Protocol

De DualCom Pro is ook in staat om de printerpoort-uitvoer van brandmeldpanelen uit te lezen en hierop gebeurtenissen te genereren.

Het is belangrijk om te weten dat sommige panelen die gebruikmaken van printerinterface-communicatie geen herstelsignalen versturen.

Deze worden pas verstuurd wanneer de monteur ter plaatse het paneel handmatig reset.

Daarnaast genereert de DualCom Pro meldingen als de communicatie via één of beide communicatiepaden wordt onderbroken.

Deze meldingen kunnen de PAC veel gedetailleerdere informatie geven dan bij het gebruik van pinnen, zoals de aard van de storing, de locatie en welke sensor de melding heeft veroorzaakt, samen met andere relevante gegevens.

Op een locatie waar alleen ‘pinnen’ worden gebruikt, ontvangt de PAC bijvoorbeeld:

• [NUA8001|AChannel 1 Alarm]
• [NUR8001|AChannel 1 Herstel]

En van een locatie waar gebruik wordt gemaakt van het fabrikantprotocol:

• [Nri0003/FA2048|ABRANDALARM-MELDPUNT 64-BEGANE GROND KANTOORRUIMTE-BEGANE GROND PERS]

Let op: de tekst via printerinterface-communicatie is doorgaans in de lokale taal van de installateur, en CSL ondersteunt slechts een beperkt aantal talen (EN).

• Advanced MX Pro
• Labor Strauss BC600
• Labor Strauss BC216
• Carrier Aritech 2X-F Series
• Honeywell Notifier
• Inim Smartloop
• Johnson Controls FireClass
• Johnson Controls Tyco MX

ESPA 4.4.4 is in 1984 ontwikkeld door de European Selective Paging Manufacturers Association en is sindsdien een industriestandaard geworden. ESPA 4.4.4 is een serieel protocol, oorspronkelijk ontworpen voor het koppelen van pagingapparatuur met telefooncentrales en computers. Dit protocol wordt ondersteund door veel systemen, zoals brandalarmen, inbraakalarmen, verpleegoproepsystemen en DECT-draadloze telefonie.

Het protocol is berichtgeoriënteerd en gebaseerd op korte berichten die via een seriële datalink worden verzonden.

De DualCom Pro kan luisteren op de RS232-uitgang van brandmeldpanelen en genereert gebeurtenissen op basis van de tekst die volgt na het tweede Unit Separator control character (ASCII-code 31) in deze berichten. Momenteel worden Engels, Nederlands, Duits en Deens ondersteund.